Marjolein Labeeû bevraagt de identiteit. Ze ziet deze niet als een ‘telos’, als iets waar naar toe gewerkt wordt, maar als een oorsprong en wat daar ooit uit voortgekomen is. Voorwaarde overigens opdat er toekomst zou zijn. De herinnering houdt haar bezig.
Ook hier speelt de huid een rol, maar ze is leder geworden. Dit materiaal houdt het geheugen vast. En laat ook toe dat men erin krast. Om die abstracte werken beter te begrijpen, neemt men best een ouder werk in ogenschouw. Een duidelijk oertypische oude oma, verf op doek, met wazige blik, metafoor voor zowel de herinnering aan het verleden als voor de vraag naar de eigenheid van onze voorsprong, wordt deels met kruissteken overnaaid. Haar identiteit wordt aldus ingewikkeld, complex verpakt.
Prof. Dr. Willem Elias